Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Kinderkens, dat u niemand [27]verleide. Die [28]de rechtvaardigheid doet, die is [29]rechtvaardig, [30]gelijk Hij rechtvaardig is. 27. Namelijk u wijs makende dat een waar geloof zou kunnen bestaan met een kwaad en zondig leven. 28. Dit wordt gesteld tegen de zonde doen, en betekent dus een godzalig en rechtvaardig leven leiden, en zich in alle goede werken bevlijtigen en oefenen. 29. Dat is, een vroom en godzalig mens, gelijk dit woord zo doorgaans genomen wordt. Zie 1 Petr.3:12, en 1 Petr.4:18, en 2 Petr.2:7,8. 30. Dit wordt niet verstaan van zulk een gelijkheid die in alles zou overeenkomen, want zo is niemand Christus gelijk onder de mensen; maar zodanig een gelijkheid, als er is tussen een volmaakt patroon en tussen een werk daarnaar gemaakt, hoewel niet volkomen het patroon uitdrukkende.